Wan Ying heeft een bijzondere marathon gelopen

Op zaterdag 2 juni 2018 heb ik een zeer bijzondere marathon gelopen. Hoezo?

  1. Het was mijn tiende marathon,
  2. Het was op mijn verjaardag, en bovenal
  3. Het was op Spitsbergen!

Eerst waren er nog wat andere loopjes die de reis naar Spitsbergen markeerden.

Wegwijzer

Het begon allemaal bij de Devil’s trail waar ik de mannen van Arctic Marathon zag met hun standje. Ik was gelijk enthousiast, maar heb me 2 maanden later pas ingeschreven, want het is best een rib uit mijn lijf (had ik daarom mijn rib gebroken!?). Daar heb ik echter geen moment spijt van gehad. Toen kwam daar de Halve van Egmond waarna ik een hardnekkige hamstringblessure kreeg. Gelukkig herstelde ik net op tijd om er tijdens de Stevensloop een lange duurloop van te maken door de drie afstanden te lopen onder episch winterse omstandigheden. Goede training voor Spitsbergen! Twee weken later - april doet wat ‘ie wil - liep ik vervolgens een zeer warme marathon in Rotterdam (met eerdergenoemde gebroken rib). Even bijkomen en hoppa, weer een nieuwe blessure, nu aan mijn kuit. Wonderbaarlijk genoeg herstelde die een dag na een lange duurloop waarbij ik de laatste 500 meters noodgedwongen moest wandelen. Ik voelde me fit en de spieren waren weer soepel. Hoe lang zou dat goed blijven gaan? Ik was toch wel een beetje bang dat mijn blessures weer zouden opspelen in het koude noorden door de plotse temperatuursomslag. Maar ach, dat zien we dan wel weer, de foamroller ging in ieder geval mee.

Op 1 juni was het dan zo ver, om 5:00h inchecken na een zeer korte nacht (maar mét noodpaspoort). Op het vliegveld heb ik kennisgemaakt met enkele van mijn medereizigers en gekletst over onze passie. Ik voelde me helemaal thuis. En vooral, we voelden ons erg verbonden, want we gingen met z’n allen een bijzondere hardloopreis tegemoet. In het speciaal voor ons gecharterde vliegtuig kregen we ons reisprogramma en wat veiligheidsinstructies uitgereikt: wat te doen in geval van ijsberen op de weg?! Gelukkig staan er bewakers langs het parcours om ons te beschermen.

En dan dat moment dat je de besneeuwde bergtoppen boven de wolken uit ziet steken, we waren er allemaal even stil van. Terwijl een groot deel van de lopers die middag op excursie ging (o.a. huskysleeën, quad rijden, boottocht naar een ghost town), bereidde ik me voor door een klein stukje los te lopen door Longyearbyen, de hoofdstad. Zo koud was het eigenlijk helemaal niet en gelukkig waren de wegen sneeuwvrij. Longyearbyen is geen typisch pittoresk dorpje in de zomer. Er groeien geen bomen, er is helemaal geen groen en het heeft een mijnbouwverleden en dat zie je terug. Maar het idee dat je dáár bent, zo erg noordelijk, waar je de noordelijkste marathon op vaste land gaat lopen, te midden van bergen en langs de noordelijke ijszee, dat maakt het zo bijzonder.

’s Avonds hadden we een heerlijke pasta party inclusief toetjesbuffet in een grote tent bij Camp Barentz. Ook kregen we nu onze startnummers en T-shirt uitgereikt. Blij en met gezonde spanning gingen we daarna terug naar ons hotel. Er werd me verteld dat ik wel echt vroeg naar bed moest … hmm. Wat bleek nou, ze hadden rond middernacht slingers aan mijn deur gehangen (en bij een andere loopster die ook jarig was)!

De volgende dag was het marathondag. Droog, 3 graden, beetje bewolkt. Prima weer voor een marathon dus! We liepen op ons gemak naar de sporthal. Na de zoveelste keer toch nog een plasje doen, gingen we dan naar de start om met de marathonlopers een groepsfoto te maken. Er deden veel Noren mee, maar we waren natuurlijk ook met een grote groep Nederlanders. Van de 90 die meegingen met Arctic Marathon liepen er bijna 30 de hele marathon, ongeveer net zo veel de halve marathon en een paar liep de 10k. De rest was er om ons aan te moedigen.

Het parcours begon met wat lusjes in het dorp, om vervolgens af te dalen naar de kust. Na een aantal kilometers gingen we het dorp uit, het asfalt veranderde in een onverhard pad. Bij het keerpunt merkte ik dat ik zo soepel en veel te hard liep omdat we wind mee hadden. Dus nu een iets rustiger tempo, en zo liep ik weer terug naar het dorp en er aan de andere kant weer uit, richting het vliegveld. Daar draaiden we en gingen weer richting het dorp, maar nu langs de bergen. Onverhard en met een venijnige klim, veel langer dan ik had verwacht. Bij trails sta ik mezelf toe te wandelen, maar bij een (weg)marathon wil ik daar niet aan toe geven. Dus ging ik rustig dribbelend naar boven, losse stenen ontwijkend. En na enkele kilometers kwam daar eindelijk het punt dat we weer mochten dalen. De eerste ronde was ik nog tempo aan het maken, maar ik vergat uiteraard niet om ook om me heen te kijken. De tweede ronde ging niet meer zo hard, maar dat was niet erg. Ik besloot dat dit mijn fotoronde zou worden, dus ik heb vooral genoten. Ook van de aanmoedigingen in het Noors. De halve marathon was anderhalf uur na ons gestart en ik zag wat bekenden lopen. Ik waarschuwde ze alvast voor de klim. Tijdens die klim werd ik weer keihard ingehaald door de lopers van de 10k. Toen kwam het zonnetje ook even door, en de finish was weer in zicht. Wow, het is gelukt! Wat was ik blij en tevreden. Ik heb heerlijk kunnen lopen en genieten, en die twee rondes waren zo voorbij.

In de avond hadden we een diner in Huset, het chique restaurant/trouwzaal/theater, van Longyearbyen. Op een groot scherm werden foto’s van de lopers geprojecteerd, we kletsten gezellig na en bij het toetje werd er gezongen voor de jarigen. Daarna volgde de prijsuitreiking, in elke leeftijdscategorie werden de nummers 1, 2 en 3 gehuldigd. Arctic Marathon viel ook een paar keer in de prijzen. Zo hadden we daar Anna, die op haar 75e nog een halve marathon loopt en blij op het podium rondspringt. En Erben Wennemars die gewoon even 2e wordt. Het was een mooie afsluiting van een zeer geslaagde dag.

Wan Ying op Spitsbergen

Op onze laatste dag kon ik mee met een bootexcursie naar Barentszburg. Nog misselijk, koud en duizelig van de vaartocht heb ik me daar verwonderd over het feit dat er toch best wat Russen wonen en ook nog in de mijnen werken.  Op de terugweg voeren we langs de kust, en daar staan in the middle of nowhere ook wat huisjes, ik kan me haast niet voorstellen hoe het leven hier zou zijn.

Terug in Longyearbyen moesten we gelijk naar het vliegveld alwaar we de laatste foto’s maakten en we met pijn in ons hart Spitsbergen weer moesten verlaten. Ons avontuur zat erop.

Ik ben nog steeds aan het nagenieten, en wie weet ga ik volgend jaar weer terug. Wie gaat er mee?
Wan Ling Chow

Nieuws Overzicht